Dag 14. Vrijdag 1 februari. Jaipur. 22 graden Celcius

Namasté

Vandaag een vol programma.  Om 9.00 werden we opgehaald om naar het Amber Fort te gaan. Op de achtergrond zie je het paleis, met op de volgende foto een goed beeld van de verdediginsmuren op de top van de heuvel.

Foto beneden toont het paleis 

Het fortpaleis van Amber was de citadel van de Kachhawahadynastie tot  1727, toen de hoofdstad van Jaipur werd verplaatst. Bij belangrijke gelegenheden bleven de vorsten hier komen om de zegen van de familiegod , Shila Devi, te vragen. De citadel werd in 1592 door Man Singh I gebouwd op de restanten van een 11de- eeuws fort . De verschillende gebouwen die Jai Singh I ( regerend van 1621-1667) toevoegde , vormen echter het hoogtepunt. Het fort is gebouwd van rood zandsteen en wit marmer. Amber Fort is bekend om zijn unieke artistieke stijl met zowel hindoe- als moslim ( Mughal ) elementen. 

Op de foto hieronder zie je de olifant, een terugkerend symbool  in het Hindoeïsme. Ook Ganesh heeft een olifantenkop.

En hierboven, dat is in dezelfde pilaar, een afbeelding van een levensboom uit de Islam.  

Van zijn heuveltop biedt Amber Fort een panoramisch uitzicht op Maota Lake en de historische oude stad beneden, waar de koningen van Amber zetelden voordat ze het fort tot hun hoofdstad maakten. Verscheidene haveli's (  naar het Arabische hawali , wat privégebied betekent) trapbronnen, en tempels zijn onder het fort te vinden, en wijzen op het bestaan van een zelfvoorzienende stad, die de Mogolkeizer Akbar altijd aandeed op zijn jaarlijkse pelgrimstocht naar Ajmer ( 135 km ten ZW van Jaipur)  

Om bij het fort te komen heb je 3 opties. Je kunt per voet naar boven gaan, op de rug van een olifant, of langs de achterzijde met de auto. 

Wij hebben voor het laatste gekozen. Een rit naar boven op de rug van een olifant kan van s'morgens  9.00-11.00. Daarna gaan de olifanten terug naar het dorp waar ze "wonen". Het tegenwoordige fort beslaat 4 km2. Het is gebouwd rond een binnenplaats en bestaat uit 4 verschillende niveaus. 

Op de plattegrond uiterst links. Door de Suraj Pole (Zonnepoort) komt men op de eerste binnenplaats. Deze werd gebruikt bij grote gelegenheden en was voor iedereen (van het mannelijke geslacht) toegankelijk. Hier werden militaire defilés gehouden. Het was ook de verzamelplaats voor de soldaten en slaapplaatsen en stallen voor de paarden liggen rond het plein. De binnenplaats en omringende gebouwen werden door Sawai Jai Singh (1693–1743)gebouwd.

Van deze binnenplaats gaat een grote trap door de Ganesh Pol of de poort van Ganesha, genoemd naar de hindoegod, naar de private ruimtes van de koninklijke familie. Vanop deze poort konden de vrouwelijke leden van de familie de bezigheden op het plein volgen door geblindeerde ramen. Zo konden de vrouwen niet worden gezien, maar konden ze wel kijken naar wat er allemaal buiten gebeurde . Ditzelfde principe is gebruikt bij het Paleis der Winden. 

Hieronder de Ganesh Pol

In de linkerhoek van de tweede binnenplaats staat een platform ondersteund door 27 zuilen. Dit gebouwd, de "Diwan-i-Am", diende als publieke audiëntieruimte voor de radja. Een zuilenrij grenzend aan de Diwan-i-Am, links op het plein, diende als kantoor voor ambtenaren. Aan de overzijde van het plein waren kamers voor dienaren en ambtenaren. De zuilen van deze galerij zijn hierboven ook te zien . Heb daar ingezoomd op de zuilen die symbolen van zowel het Hindoeïsme als Islam laten zien. 

In de linkerhoek van de tweede binnenplaats staat een platform ondersteund door 27 zuilen. Dit gebouwd, de "Diwan-i-Am", diende als publieke audiëntieruimte voor de radja. Een zuilenrij grenzend aan de Diwan-i-Am, links op het plein, diende als kantoor voor ambtenaren. Aan de overzijde van het plein waren kamers voor dienaren en ambtenaren.

Sheesh Mahal of spiegelpaleis

De derde binnenplaats waren de private kamers van de maharadja, zijn familie en hun bedienden. Het plein heeft in het midden aangelegde tuinen met aan de linkerzijde de Jai Mandir.

• De Jai Mandir of Sheesh Mahal (spiegelpaleis) is volledig bezet met honderden stukjes spiegel waardoor het weinige licht van olielampen goed verspreid werd in de ruimte. 

De spiegels die ze hiervoor gebruikten haalden ze uit België. Die leverden de beste kwaliteit .

Aan de rechterzijde van het plein, tegenover Jai Mandir, staat de "Sukh Mahal" (paleis van plezier).

De tuinen

De tuinen tussen de Jai Mandir en de Sukh Niwas (Suhk Mahal) zijn aangelegd door Raja Jai Singh (1623–68) en bestaat uit een hexagonale vorm met smalle kanalen in marmer die een stervormige vijver voeden. De kanalen krijgen water via een reeks aan watervallen van de Sukh niwas (Suhk Mahal).

In die tuinen , voornamelijk rondom de vijver, werden voorstellingen gegeven . Aan de ene zijde keek de koning toe, en aan de andere kant zijn vrouwen. 

Leeuwenpoort

De leeuwenpoort was voor de aanbouw een toegangspoort tot de private kamers van de koninklijke familie, de vierde binnenplaats. Op het einde was het enkel nog de harem en werd de 3de binnenplaats voor de (mannelijke leden) van de koninklijke familie. De poort werd eveneens gebouwd door Sawai Jai Singh (1699–1743).

Hierboven is een paviljoen te zien , Baradari ( wat 12 zuilen betekent) Hier kwamen de vrouwen van de koning samen met hun kinderen om zich te vermaken.  Het grappige aan de naam Baradari is , dat dat de naam is van onze home-stay een paar dagen geleden. 

Hier zijn  de tuinen te zien die grenzen aan het privé verblijf van de koning, met daar deels omheen een meer waarin water werd opgevangen en bewaard. Over een groot deel van het fort zijn goten aangelegd die het regenwater naar een enorme opvangbak leidde . Zo had men altijd de beschikking over voldoende water. Met dit water werden ook verschillende vertrekken gekoeld. Voor de opening van bv het spiegelpaleis werden gordijnen van bamboe of grassoorten gehangen die nat werden gehouden. Doordat de wind erdoor kon waaien werd er koele wind de vertrekken in geblazen. Voor een natuurlijk koelsysteem, wat we overigens ook in de Taj Mahal hadden gezien is ook gebruik gemaakt van een honinggraadvorm die conisch werd gebouwd. Aan de buitenzijde was deze vorm het grootst, en aan de binnenkant kleiner, zodat de wind werd versneld, en hierdoor voelde je ook dat het aangenaam koel werd , als een soort briesje.

We hebben de vrouwenvertrekken nog gezien, de twaalf vrouwen van de koning hadden allemaal een eigen vertrek, deels overdekt en deels in de openlucht. Ieder vertrek was met een trap vanaf een galerij te benaderen. Zo kon de koning, ongezien voor de overige vrouwen , een vertrek van één van zijn vrouwen betreden. 

Het was nogal een opgave om de deuren zonder al te veel mensen te kunnen fotograferen . Met iedere dag 5000 bezoekers is dat ook haast een onmogelijkheid. Een fort dat we graag nog langer hadden willen bekijken, maar het volgende bezoek aan het City Palace wacht.

Halverwege het Amber fort en de oude binnenstad ( wat dus de roze stad wordt genoemd) kwamen we langs het zomerpaleis van de koning. Middenin een meer gelegen, in de zomer koeler dan de stad, en rondom de mogelijkheid om op eenden te jagen. Om ervoor te zorgen dat het paleis in de moeson niet kon overstromen was vlakbij een dam gebouwd om het overtollige water te kunnen lozen.